Plezier in contact met grootouders
Als het om oude(re) mensen gaat wordt binnen onze cultuur wel eens jaloers gekeken naar culturen waar met eerbied met hen wordt omgegaan. In westerse samenlevingen heerst eerder wat in het Engels ‘ageism’ wordt genoemd, een combinatie van negatieve stereotiepen, vooroordelen en discriminatie. Ook bij kinderen zijn daar al tekenen van de zien.
Belgische psychologen van de universiteit van Luik hebben nu voor het eerst geprobeerd te achterhalen wat de factoren zijn die dit in de hand werken of juist tegengaan. Aan het onderzoek deden 1150 kinderen en jongeren mee, tussen zeven en zestien jaar. Met gestandaardiseerde vragenlijsten werden hun ideeën over oud worden en oud zijn vastgesteld. Ook kregen zij vragen voorgelegd over hun eigen grootouders, over hoe vaak zij die zagen en hoe veel of weinig plezier zij daaraan beleefden.
Er kwamen vijf factoren te voorschijn die verschil maakten.
In de eerste plaats sekse: in het algemeen stonden meisjes positiever tegen over oude(re) mensen dan jongens. In de tweede plaats leeftijd: vergeleken met de 7 tot 9 jarigen en de 13 tot 16 jarigen was het ageism bij de 10 tot 12 jarigen laag. Dat komt overeen met onderzoeksresultaten naar andere vormen van discriminatie. De verklaring ervoor is dat het de leeftijd is waarop kinderen door de verstandelijke ontwikkeling die zij doormaken veel beter in staat worden zich in de positie van een ander in te denken en van daaruit te oordelen. Waarom ageism dan in de adolescentie weer toeneemt is niet duidelijk, misschien doordat dan in het algemeen het egocentrisme tijdelijk toeneemt, wat het inleven in een ander in de weg kan zitten.
Maar het interessants waren de drie andere factoren die zowel bij sekse als leeftijd een gunstige rol speelden: de gezondheid van de grootouders, het plezier dat de kinderen en jongeren hadden in het contact met hen en de frequentie van het contact.
Voor alle kinderen gold dat naarmate zij meer en plezieriger contact hadden met hun grootouders hun scores op de ageism-lijst lager waren, vergeleken met sekse- en leeftijdgenoten met weinig en plichtmatig contact. En helemaal als die grootouders ook nog eens gezond waren.
(Bron: Allison Flamion e.a. Impact of Contact With Grandparents on Children’s and Adolescents’ Views on the Elderly. Child Development online, 19 december 2017)
(Deel II Hoofdstuk Thuis Grootouders en echtscheiding)
Laatste reacties